Einde ontwikkelingsrelatie kan van invloed zijn
Donderdag 25 Februari 2010
Paramaribo - “Het is makkelijker gezegd dan gedaan”, zegt minister Rick van Ravenswaay van Planning en Ontwikkelingssamenwerking (Plos) over de nieuwe relatie Nederland-Suriname. Deze maand nog organiseert het ministerie een groot seminar om te brainstormen over onder andere de zakelijke relatie die in het vooruitzicht is gesteld.
Aan de orde komt onder andere hoe de begrotingsfinanciering gedekt zal worden nu de verdragsmiddelen zijn weggevallen. De samenwerking op basis van gelijkwaardige partners wordt door Suriname hoog in het vaandel gehouden, ondanks er in de praktijk van gelijkwaardigheid geen sprake is. In ieder geval wil Suriname de ruimte hebben om zelf te bepalen wat het belangrijk acht voor de nieuwe relatie in plaats dat er vanuit Nederland de prioriteitstelling plaatsvindt.
“Ik denk niet dat we elkaar moeten beïnvloeden”, vindt de Plos-minister. Van belang is dat er geen overhaaste beslissingen worden genomen vanuit vooral de Surinaamse kant over wat er geboden wordt vanuit het voormalige moederland. “Beide partijen zouden onafhankelijk van elkaar moeten opereren.” Het Nederlandse parlement werpt dikwijls vragen op over wat Nederland precies wil met Suriname na beëindiging van de ontwikkelingssamenwerking.
De Tweede Kamer heeft de indruk dat de Nederlandse regering en ook die van Suriname niet weet wat zij precies wil na beëindiging van de ontwikkelingssamenwerking. Minister Van Ravenswaay zegt dat er wel degelijk voorstellen op tafel liggen die door zowel Nederland als Suriname bekeken worden. Van belang is om eerst kennis te nemen van de visie van het maatschappelijke middenveld en politieke organisaties. De handelsrelatie tussen Suriname en Nederland is in ieder geval nog lang niet wat het wezen moet, vindt handelsminister Clifford Marica.
De afgelopen jaren is er wel wat progressie te bespeuren, maar de faciliteiten die de overheid de afgelopen jaren heeft gecreëerd zijn nog steeds onderbenut. Het Private Sector Investeringsprogramma (PSI), waarmee Nederlandse investeerders samen met een Surinaamse partner hier kunnen investeren tegen soepele voorwaarden, is volgens Marica een voorbeeld van hoe aan de handelsrelatie met Nederland goed invulling kan worden gegeven.
“Hoewel ik het nog niet eens ben met hoe het allemaal gesteld is, merk ik dat er wel wat progressie is”, zegt de minister. Hij hoopt dat met het wegvallen van de ontwikkelingshulp vanuit Nederland er meer vooruitgang komt in de stroeve handelsrelatie tussen beide landen, die nu vooral op kleine schaal plaatsvindt.
Plaats uw reactie