Misconceptie over armoedegrens Suriname
Dinsdag 16 Februari 2010
Paramaribo - Zowel nationaal als internationaal is er een misconceptie over onze armoedegrens. Het percentage van 70% wordt verkeerd geïnterpreteerd door zowel deskundigen als politici. Volgens directeur Iwan Sno van het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) ligt de grens landelijk lager. Dit varieert tussen de 46-57%. De 70% heeft betrekking op een onderzoek dat verricht is in Paramaribo en Wanica.
Volgens het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) leeft in Suriname 15,5% van de bevolking van minder dan US$ 1,25 per dag. Onder armoedegrens wordt meestal verstaan: het inkomen dat iemand nodig heeft om te kunnen voorzien in de basisbehoeften - de minimale voorwaarden die nodig zijn om menswaardig te kunnen leven - zoals kleding, goed drinkwater, voldoende voedsel, goede huisvesting, goed onderwijs en goede gezondheidszorg.
Bij een inkomen gelijk aan de armoedegrens gaat het inkomen geheel op aan noodzakelijke uitgaven. Er is dan geen vrij te besteden inkomen over. Uit onderzoeken van het ABS blijkt dat er nog steeds sprake is van een scheve inkomensverdeling, echter is ook duidelijk dat de cijfers stationair blijven. Dit in tegenstelling tot opmerkingen van critici dat bijvoorbeeld de armoede is toegenomen. Vergeleken met 2000 is de situatie stationair gebleven. Dat er meer behoeftigen zijn in Paramaribo en Wanica komt omdat zeker 68% van de bevolking daar woont, blijkt uit ABS-gegevens. Ook is er de laatste jaren een enorme trek uit de rurale gebieden naar de stad.
Plaats uw reactie