Revolutionairen willen eenzijdige benadering aanvechten
Donderdag 25 Februari 2010
Paramaribo - Bij de herdenking van 30 jaar revolutie hebben revolutionaire exponenten wederom de wens geopperd om een nationale geschiedkundige commissie in het leven te roepen. Deze zal onder meer belast moeten zijn met de juiste weergave van de revolutionaire periode met al haar verworven- en hardheden.
De wens is gisteren door Harvey Naarendorp uitgesproken tijdens een persbriefing van de commissie die 25 februari herdenkt. Naarendorp wees erop dat de machtsovername niet van de een op de andere dag is gekomen en dat er daadwerkelijk richting is gegeven aan de ontwikkeling van Suriname door de zogeheten vier vernieuwingspijlers van de revolutie.
Hij merkte op dat een verworvenheid die niet uit het oog verloren mag worden is de verbreking van het juk van etnische politiekvoering. De anti-etnische politiekvoering wordt volgens hem nu ingegeven door de NDP. Met betrekking tot de verwikkelingen in december 1982 verklaarde hij dat het bij een revolutie gaat om machten die tegenover elkaar staan, waardoor er ook pijn en verdriet kan ontstaan. Om deze pijn te verzachten is het volgens hem belangrijk dat de waarheid naar boven komt.
De eenzijdige geschiedschrijving van de revolutie, via de bril van de Nederlander, is volgens Naarendorp verantwoordelijk voor de vervalsing van de Surinaamse geschiedenis. Hij vindt dat degenen die de geschiedenis van dichtbij hebben meegemaakt de eerste aanzet zouden moeten geven tot het herschrijven van de geschiedenis rond de revolutie. Hij beseft echter dat dit op een verantwoordelijke en wetenschappelijke manier en vooral objectief moet geschieden, waarbij diverse disciplines erbij betrokken worden.
Er waren in het verleden reeds twee commissies in het leven geroepen die verschillende maatschappelijke groepen en ook internationale organisaties consulteerden om een aanvang te maken met het proces tot herschrijving van de geschiedenis rond de revolutie. Het betrof de commissie Waco in 1984 en de commissie Waaldijk/Ramdien rond 1998. In beide gevallen is het slechts gebleven bij bevindingen over hoe de aanpak hiertoe zou moeten verlopen.
In 1998 kwam zelfs naar voren dat het strafrecht te smal en ongeschikt was om gerechtigheid te garanderen voor wat betreft de zwarte bladzijden van de revolutie. Tijdens de regering-Venetiaan/Sardjoe is wel toegang gevonden voor dit proces, dat bekendstaat als het 8 Decemberstrafproces.
Plaats uw reactie