'Terwijl de wereld veranderde, stond Suriname stil'
Maandag 17 Oktober 2011
Vicepresident Robert Ameerali neemt vaak geen blad voor de mond. Ook niet wanneer uit onderzoek blijkt dat de concurrentiepositie van de Surinaamse economie lang niet is wat het wezen moet. Het probleem ligt zeker niet bij de overheid alleen, vindt hij. “Suriname heeft een gebrek aan mensen die van aanpakken weten.”
Eén van de voornaamste opdrachten waar de voormalige voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken sinds zijn vicepresidentschap tegenaan kijkt, is het competitiever maken van de Surinaamse economie. Gaan malse opdracht, want uit nieuw onderzoek van het World Economic Forum blijkt nog maar eens dat het met die competitiviteit barslecht gesteld is. Van de 142 onderzochte landen staat Suriname pas op de 112e positie. Binnen de Caricom doet alleen Haïti het slechter, en in vergelijking met vorig onderzoek is Suriname zelfs tien plekken gezakt. Ameerali zucht. “Het resultaat van de vele maatregelen die we al genomen hebben, zal pas binnen vier à vijf maanden merkbaar zijn. We verwachten daardoor ook dat we in het volgend jaar te verschijnen rapport – waarvoor de interviews afgelopen juni zijn afgenomen – nog een slechte ranking krijgen; maar dat we in de rating van 2013 een sprong maken van wel vijftig punten.”
Maatkledij
Enkele ingrijpende maatregelen moeten die 'grote sprong voorwaarts' verwezenlijken. “Binnenkort begint een programma te lopen van de Inter-American Development Bank (IDB) over het verhogen van de competitiviteit. Voor het opzetten van een naamloze vennootschap is de looptijd van de procedure intussen teruggebracht naar tien dagen (de gemiddelde looptijd was vroeger 694 dagen, een wereldrecord, red.). Wie een vergunningplichtige onderneming begint, moet die vergunning voortaan binnen zestig dagen al in handen hebben. Voor een heleboel beroepen is sinds kort ook geen vergunning meer nodig. Kortom, dit heeft in alle geval van mij en van de president de volle aandacht.”
Daarmee is Ameerali duidelijk nog lang niet tevreden. “Standaardisatie is eigenlijk the name of the game. We hebben te veel 'maatkleding' in dit land. Elke resolutie maken we opnieuw, elke beschikking voor elke ambtenaar wordt met de hand uitgeschreven. Om eens een voorbeeld te geven. De regering nam op een bepaald moment drie mensen in dienst op dezelfde dag. Er volgden drie resoluties die alle drie dan nog eens van elkaar verschilden. Neen, Suriname moet gaan standaardiseren. Alleen zo kunnen we een grote stap maken.”
Bureaucratie
“Zonder lelijke dingen te willen zeggen, die bureaucratie zit niet alleen bij de overheid. Die zit al bij onze studenten, op onze opleidingen. We zouden Suriname nog steeds willen runnen zoals vijftig jaar geleden, terwijl de wereld om ons heen is veranderd. We hebben onvoldoende in de gaten dat we mensen moeten opleiden tot ze een 'doe-cultuur' hebben. We hebben een gebrek aan uitvoerders, mensen die van aanpakken weten. Als er geen water is in het binnenland kan je elke keer weer een consultant sturen. Je kan ook een monteur het veld insturen, die de pomp doet werken.”
Intussen blijft 'efficiëntie' het codewoord van vicepresident Ameerali. Niet enkel goed voor de ondernemers, maar voor de totale samenleving. “Willen we een algemene ziektekostenverzekering, willen we het onderwijs verbeteren, dan moeten we daarvoor eerst het geld hebben. Daarbij is besparen niet altijd als overheid minder geld uitgeven. Als de output uiteindelijk hoger is, betekent het dat je ook hebt bespaard. Die synergieën, daar moeten we naar op zoek.”
Vicepresident Ameraali in gesprek met Pieter Van MaelePlaats uw reactie